Torenvalk

 

 

De torenvalk is een algemene en wijdverspreide roofvogel. De torenvalk is gedeeltelijk een standvogel, trekt door en weg vanaf eind juli in zuidelijke richting en vanaf februari keren ze weer terug. 
De meesten van ons kennen hem van zijn opvallende jachttechniek. De valk kan langere tijd 'biddend' in de lucht hangen door zijn vleugels snel op en neer te slaan, liefst een beetje tegen de wind in. Een torenvalk is hierdoor niet te verwarren met andere roofvogels.

De torenvalk houdt zicht het liefst op in open terrein met geen of lage vegetatie, zoals weilanden,  laagstam boomgaarden en langs wegbermen.

Populatie

De torenvalk is in Europa de meest voorkomende valk. De populatie geschat op 290.000 - 440.000 broedparen.
Nederland telt 5000 - 7000 broedparen wat voor ons land een vrij schaarse is. Oorzaak is voedselschaarste als gevolg van het gebruik van landbouwgif, de mechanisatie en grootschalige landbouw.

De tweede belangrijke oorzaak is de schaarste aan broedplekken voor de torenvalk zoals oude kraaiennesten, holle bomen, rotsspleten, kieren in gebouwen(torens).

 

Voedsel.

De torenvalk speurt voornamelijk naar veldmuizen. Een volwassen torenvalk eet per dag 3-4 veldmuizen. Bij gebrek aan muizen wordt ook gejaagd op mollen, spitsmuizen, zelden op kleine vogels en insecten.

De torenvalk is onmisbaar in de voedselketen. Zonder deze muis-etende vogels zou de kans op grote muizenplagen enorm toenemen. Reden temeer om de torenvalk voldoende ruimte te geven en de torenvalk zijn nuttige bijdrage kan blijven leveren.

 

Voedsel.

Vanaf april begint de broedperiode. Er worden de 4 en 6 eieren gelegd, eenmaal per broedseizoen. Het aantal eieren dat gelegd wordt geeft de conditie van het vrouwtje aan en is afhankelijk van het muizenaanbod van de afgelopen winter.  
De hoeveelheid jongen dat grootgebracht wordt is ook afhankelijk van het muizenaanbod.

 

 

Ook de torenvalk heeft onze hulp nodig!

 

Dankzij de hulp van vele vrijwilligers en medewerking van fruitboeren werden de afgelopen decennia veel torenvalken kasten geplaatst.

De populatie wist zich in Nederland vrij stabiel te houden.

We weten dat de vogel zo nuttig is als hulp bij het onderhouden van het muizenbestand op het land.

Landelijke torenvalk projecten hebben mooie resultaten opgeleverd maar we zullen de torenvalk nu en in de toekomst moeten helpen.

       

Het torenvalkproject in Schimmert

 

Sinds 2010 plaatste Jan al torenvalk kasten in Schimmert en omgeving. Jan ging in gesprek met eigenaren van fruit boomgaarden en akkerland. Dankzij hun vertrouwen in het project en hun bereidwilligheid heeft Jan met hun toestemming, inmiddels zo'n 60 kasten kunnen plaatsen.

 

De nestkasten worden jaarlijks, voordat het nieuwe broedseizoen begint, door Jan gecontroleerd en schoongemaakt. Hiervoor beschikt Jan over een ontheffing.  

Terugkijkend op de afgelopen periode kan gezegd worden dat de helft van alle kasten bezet waren.

Het ene jaar worden er meer jongen grootgebracht dan het andere.

In 2022, werden er 75 jongen geringd, met een gemiddelde van 3-4 jongen per kast.

In 2023, werden er 104 jongen geringd. Een behoorlijke toename van het aantal nestkasten en een bijzonder goed muizenjaar.

 

Het project heeft dus al mooie resultaten opgeleverd maar omdat de torenvalk nog steeds kwetsbaar is blijft onze steun nodig.

 

Heb je interesse in een valkenkast of wil je zelf een nestkast bouwen, neem dan contact op met Jan de Veen via contactpagina.    

 

Wat gebeurt er in de nestkast van de torenvalk?

In april worden 4- 6 eieren gelegd in een met vlas, turf bedekte bodem.

Het vrouwtje neemt de 27-29 dagen broeden voor haar rekening. 

Aan het einde van het broedseizoen komen de jongen niet tegelijkertijd uit.

In de 27- 32 dagen als de jongen opgroeien breekt een drukke tijd aan voor het mannetje.

Het aanslepen van prooi naar de kast bij goed of slecht weer, in een jaar met veel of weing muizen

Het vrouwtje verscheurt de prooi naar grootte van de jongen en uiteindelijk worden ze heelhuids naar binnen gewerkt.

De braakballen (alle onverteerbare resten)geven een extra bodembedekking.

 

De jongen zijn 12-14 dagen oud. Tijd om te ringen, een leeftijd dat ze goed hanteerbaar zijn om het gewicht, inhoud van de krop en vleugellengte te bepalen.          Op het moment dat de valkjes uitvliegen wordt een nacontrole gedaan.

Het broeden en grootbrengen van de jongen     

 

Het torenvalk koppel keert in maart terug naar de kast, bij voorkeur de kast van het afgelopen jaar. 

Nadat de torenvalken zich de kast toe eigenen, vindt in april de paring plaats en worden er 4- 6 eieren gelegd, afhankelijk van de conditie van het vrouwtje,

De broed duurt 27 - 29 dagen waarvan het vrouwtje het grootste deel voor haar rekening neemt, terwijl het mannetje haar prooi brengt in of in de nabijheid van de kast. De jongen worden 27 - 32 dagen gevoerd. De eerste weken door het vrouwtje en daarna door beide ouders.

Kunnen de jongen vliegen dan worden ze door de ouders nog ongeveer een maand begeleid. Hierna worden ze uit het territorium verdreven.

 

Het controleren van de nestkasten

 

De kasten worden jaarlijks voordat de broedperiode begint, door Jan schoongemaakt en gerepareerd. 

In maart - april trekt Jan met zijn fiets en verrekijker langs alle kasten om te zien of er leven in de buurt van de nestkasten is. Als de broedperiode begint rond half april, wordt er in de nestkasten gekeken hoeveel eieren er zijn.

Met de ladder, 6 meter omhoog en weer naar beneden. Een intensieve klus maar iedere keer weer bijzonder om te kunnen ontdekken hoeveel eieren er liggen.

Het is fascinerend om te zien dat het vrouwtje zolang als mogelijk op de eieren blijft zitten om ze warm te houden en te beschermen totdat je boven bent. Dan vliegt ze uiteindelijk toch van het nest maar blijft zo dicht mogelijk in de buurt.

Tijdens de controles van de nestkast, elke kast is genummerde met locatie-aanduiding, worden de resultaten van ei-leg tot uitgevlogen jongen genoteerd.

      

Het wegen, meten en ringen van de jonge torenvalk

 

jonge torenvalken in kast

Deze jonge valken zijn een week of 3 oud

wegen van torenvalken

Het meten en wegen

ringen van torenvalken

Het ringen van de jonge valk

 

 

 

Begin juni worden de jongen, voordat ze een week of 2 later uitvliegen, geringd. Ze zijn een dag of 14 oud. De pootjes zijn dan dik genoeg om te ringen.
De metalen ring is voorzien van een nummer, het land van herkomst en de naam van het vogeltrek station
Het ringen van de valkjes is pittig, maar nuttig werk omdat het veel informatie oplevert over de migratie, aantallen, de leeftijd, de sterftegraad en andere gedragingen.
Tijdens de ringsessie worden allerlei gegevens vastgelegd zoals de lengte van de vleugel, gewicht, kop- snavel lengte en of de krop wel of niet gevuld is. Het geslacht is na 20 dagen te bepalen aan de hand van de kleur en patroon van de staart dekveertjes.
Voor al deze handelingen van de in het wild levende vogels in Nederland heb een geldige ringmachtiging nodig,verstrekt door het Vogeltrek station.
In de ringmachting staat precies omschreven welke vogelsoort waar en in welk kader gevangen mogen. Om te mogen ringen moet je een gedegen opleiding volgen bij een ringer, gecertificeerd zijn en een machtiging bezitten.
Het is een speciale kennis en kunde voor nodig alsmede geschikt gereedschap.
Ringers zijn lid van de Ringersvereniging met jaarlijks een door het Vogeltrek station georganiseerde Ringersdag om bij te praten over de laatste ontwikkelingen.
Daarnaast is een op naam gestelde vergunning van SOVON nodig om de torenvalknestkasten te mogen te benaderen en vogels uit de kast te halen.